Beheer van onze natuurgebieden

Het actieve natuurbeheer is in de lage landen, Nederland en België, vooral opgekomen in de jaren '70 nadat bleek dat steeds meer natuur ten offer viel aan de economische expansie. Tot op vandaag staat immers de open ruimte in Vlaanderen nog steeds onder druk. Industrie, landbouw, recreatie, wonen, enz... hebben allemaal naast elkaar een plaats in dat kleine Vlaanderen. De open ruimte die er nog overblijft dienen we dus zo goed mogelijk te koesteren en behouden. Daarnaast dient deze open ruimte goed beheerd te worden zodat we er een zo groot mogelijke diversiteit van fauna en flora kunnen verkrijgen.
Natuurbeheer is het beheren van natuur. Dit kan gaan van niets doen tot het intensief uitvoeren van beheermaatregelen (zoals maaien, plaggen, kappen, begrazing). Men dient goede keuzes te maken bij deze uitvoering. Een keuze die gunstig is voor bepaalde soorten, kan echter ook andere soorten benadelen. Om bepaalde keuzes inzake natuurbeheer te maken, kijken we vaak naar vroeger, toen de natuur nog niet zo onder druk stond. Welke soorten kwamen er toen voor en wat kunnen we doen om deze (vaak zeldzaam geworden) soorten terug te laten komen? Welke beheer- of landbouwpraktijken werden er dan vroeger uitgevoerd? Deze blik op het verleden is geen ‘romantische nostalgie’, maar geeft een goede inschatting van de ‘potentie’ op vlak van natuurwaarden van een bepaald gebied. Het ‘bevoordelen’ van zogenaamde ‘rode-lijst-soorten’ staat centraal in die keuzes. Natuurbeheer heeft dus als doel het behouden of terugbrengen van een bepaald type landschap en de soorten (fauna en flora) die er voorkomen.
Soms zijn grote ingrepen nodig. Deze grote ingrepen zijn vooral toegespitst op het beschermen, het verbeteren en het herontwikkelen van processen zoals de grond- en oppervlaktewaterstroming, de hermeandering van rivieren of beken, het verschralen of ontbossen van heides, de vernatting van hooigraslanden, het kappen van uitheemse aanplantingen... Vaak zijn er terugkerende (kleinere) ingrepen nodig om de beoogde situatie te behouden, zoals het hooien van een grasland, het maaien van heischraal grasland of bermen of het kappen van een hakhoutbos. Hiervoor wordt klein materiaal (bosmaaier, kettingzaag) als specifiek groot rollend materiaal zoals het ijzeren paard gebruikt. Daarnaast zorgen ook de grazers in het natuurgebied voor specifieke beheerdoeleinden: verschraling door stootbegrazing of het verhogen van structuurverschillen in het landschap.
Het natuurbeheer dat in de natuurgebieden van Natuurpunt wordt uitgevoerd, staat beschreven in een (door de minister) goedgekeurd beheerplan. Dit beheerplan is een leidraad voor het natuurbeheer die er wordt uitgevoerd. Om dit natuurbeheer te toetsen is het monitoren en inventariseren van bepaalde doelsoorten en andere soorten in het natuurgebied heel belangrijk. Men zorgt hiermee dat het natuurbeheer tijdig kan bijgestuurd worden.
Natuurbeheer is ook heel nauw verbonden met het vrijwilligerswerk van vele mensen die diverse beheertaken uitvoeren. Dit vrijwilligerswerk is tot op vandaag nog steeds van toepassing maar de vrijwilligers worden tegenwoordig beter ondersteund en gevormd. Het natuurbeheerwerk gebeurt in overleg met de vrijwilligers ook door de groen arbeiders en begeleiders van de vzw Natuurpunt- en Landschapszorg die binnen Natuurpunt is gecreëerd.